Onder onderhoud kapitaalgoederen wordt verstaan: het geheel aan klein (correctief) onderhoud, planmatig (niet levensduur verlengend) onderhoud en levensduur verlengend onderhoud/(vervangings)investeringen aan gemeentelijke eigendommen. De volgende kapitaalgoederen worden hierin onderscheiden: wegen, riolering, kunst- en waterwerken, groen, begraafplaatsen, sportfaciliteiten, gebouwen en het (bedrijfs)wagenpark.
De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het daarbij behorende beheerplan zijn bepalend voor het onderhoud en het eventuele voorzieningenniveau. Om dit beheer en onderhoud adequaat te kunnen uitvoeren, worden jaarlijks in de begroting budgetten en investeringskredieten ter beschikking gesteld.
Per kapitaalgoed (of categorie kapitaalgoederen) wordt hieronder ingegaan op het gewenste kwaliteitsniveau, de actualiteit van het onderhoudsplan, aanwezigheid van achterstallig onderhoud en de beschikbare middelen, alsmede eventuele reserves en voorzieningen.
Voor deze kapitaalgoederen geldt dat de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald op basis van periodieke visuele inspecties en het beheerpakket. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd tussen weg-, riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden, alsmede verkeerskundig en maatschappelijk gewenste aanpassingen.
De beheerplannen zijn een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities. In 2015 zijn deze plannen vernieuwd en op onderdelen aangepast aan de effecten van de doorgevoerde bezuinigingen. Uitgangspunt is dat het onderhoud in technische zin op een minimaal aanvaardbaar niveau blijft, ter voorkoming van onveilige situaties en kapitaalvernietiging. Voor wegen, riolering en kunst- & waterwerken geldt het kwaliteitsniveau C (matig) volgens CROW-normering. Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het onontkoombaar dat bij een cyclische onderhoudsplanning een deel van de wegen tijdelijk onder de norm zakt richting kwaliteitsniveau D (slecht tot zeer slecht). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het achterstallig onderhoud binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie.
De beheerplannen groen (2016), wegen (2016), straatmeubilair (2016), kunst- en waterwerken (2016) en spelen (2015) moeten voor 2020 opnieuw vastgesteld worden. Voor deze beheerplannen Purmerend is in Q4 2019 een update opgesteld voor twee jaar waardoor de looptijd van deze beheerplannen met twee jaar wordt verlengd. Door de huidige beheerplannen Purmerend voor twee jaar te verlengen lopen de beheerplannen in gemeente Beemster (welke zijn vastgesteld tot 2022) en gemeente Purmerend gelijk. In 2021 worden de beheerplannen voor de nieuwe gemeente voor zes jaar 2022 – 2027 aan u voorgelegd.
In 2019 is het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP+) 2018-2022 vastgesteld. Bij de opstelling is samengewerkt met de regio. Het GRP+ beschrijft het noodzakelijke onderhoud en vervanging van het rioolstelsel. Ook het afkoppelen van de riolering, ook op vrijwillige basis bij particulieren, maakt onderdeel uit van het GRP+. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren, wordt gebruik gemaakt van een onderhoudsvoorziening voor de geselecteerde kapitaalgoederen en geen voorziening per individueel product. Hierdoor kunnen verschillen elkaar per jaar compenseren.
Naast het GRP+ is, samen met het Hoogheemraadschap, de Klimaatatlas (de opvolger van het Stedelijk Waterplan
2005-2016) beschikbaar gesteld.
Leidend voor het beheerplan voor het groen is de Groenkoers die in 2014 is opgesteld. Hierin is richting gegeven aan het ambitieniveau voor het groenonderhoud en de gewenste beeldkwaliteit (niveau C), zoals afgesproken met de gemeenteraad. Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte lag op C-niveau, maar in het groenbeheer wordt inmiddels niveau B aangehouden. Vanwege het jarenlange onderhoud op C-niveau was er achterstallig onderhoud ontstaan. Inmiddels heeft een grote inhaalslag in het achterstallig onderhoud plaatsgevonden.
De beschikbaarheid van graven en urnennissen is voor langere termijn gewaarborgd, er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Het beheer en onderhoud wordt bekostigd uit meerjarig afgekochte grafrechten. Met de egalisatiereserve begraafrechten vallen deze grafrechten in de toekomst vrij in de exploitatie ter dekking van het jaarlijkse beheer en onderhoud.
De sportcomplexen en bijbehorende gebouwen zijn eigendom van de gemeente Purmerend, maar worden volledig geëxploiteerd en beheerd door stichting Spurd. De samenwerking tussen de gemeente en Spurd zorgt ervoor dat wij ook in staat zijn om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van nieuwe sportcomplexen en het onderhoud. Dit zorgt ervoor dat de accommodaties zolang mogelijk in staat zijn om hun functie te vervullen.
De gemeente heeft meerdere panden in eigendom. Deze portefeuille is dit jaar uitgebreid met het poppodium P3 en de eerste tijdelijke woningen zijn geplaatst. De verschillende panden zijn in eigengebruik (zoals het stadhuis en theater de Purmaryn), in gebruik van scholen, welzijnsinstellingen, de veiligheidsregio of verhuurd aan derden. De invulling van de panden kan ook tijdelijk zijn tot dat deze een nieuwe bestemming krijgen. Dit zou ook kunnen betekenen dat het gesloopt wordt of dat er gezocht wordt naar een geschikte verkooppartij. De panden worden onderhouden naar mate de functievervulling. Hierbij wordt de gebruiker nauw betrokken.
De vervanging van het wagenpark wordt jaarlijks volgens een meerjarig investeringsplan geraamd, waarbij wordt afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur.